Als moeder van drie opgroeiende kinderen ben ik de afgelopen tien jaar getuige geweest van de explosieve groei van mobiele games, apps en sociale media. Overal waar je kijkt, wordt de wereld steeds digitaler; meer schermen, meer schermtijd, meer applicaties en meer mensen die opgaan in hun telefoon en de ‘echte’ wereld buitensluiten.
Mensen van alle leeftijden ontwikkelen een schermverslaving. De dopaminestoot van nieuwe berichten en eindeloos scrollen zorgde ooit voor een aangename high, maar geeft ons nu een leeg gevoel zonder. Mobiele telefoons en tablets zijn ongelooflijk verslavend en schadelijk, vooral voor kinderen. Jonge kinderen brullen steeds meer en verzetten zich tegen elke poging om ze van het scherm weg te halen. Jongeren op scholen zitten constant op hun telefoon en hebben minder interactie met hun leeftijdsgenoten en ouders. En dan hebben we het nog niet eens over de gevaren van sociale media en het gebrek aan veiligheid voor kwetsbare kinderen (welk kind is niet kwetsbaar?).

Meer en meer onderzoeken tonen aan dat digitale schermen kinderen op alle manieren schaden: mentaal, fysiek, gedragsmatig en cognitief. Het is daarentegen bewezen dat kinderen zich veel beter ontwikkelen als ze hun vingers, lichaam en hersenen betrekken bij echte activiteiten, waarbij ze al hun zintuigen gebruiken. Toch neemt het aantal uren dat kinderen spelen wereldwijd af.
Gelukkig is er verandering op komst. In verschillende Europese landen zijn mobiele telefoons en tablets sinds begin 2024 verboden op scholen, omdat ze de concentratie en sociale interacties van adolescenten schaden. Leraren zijn enthousiast en melden dat “de speelplaatsen weer bruisen van het lachen en de energie” en zelfs de leerlingen vinden de ervaring positiever zonder telefoons onder schooltijd.
Het is duidelijk dat de digitale industrie boomt, met machtige spelers die miljarden uitgeven om jongeren aan de haak te slaan en overheden te overtuigen van de noodzaak van meer digitale elementen. Maar waar past de echte wereld in deze digitale aanval?
Kinderen hebben meer reële speelmogelijkheden nodig, vooral op openbare plaatsen zoals restaurants waar gezinnen op zoek zijn naar kwaliteitservaringen. Ze hebben meer prikkels nodig, of in ieder geval meer mogelijkheden, om thuis of buiten fysiek te spelen – om vies te worden, om echte pijn te voelen als er iets misgaat, in plaats van alleen maar een leven te verliezen in een spel. Waarom? Want spelen leert kinderen hoe ze moeten leren en vormt zo de basis van hun ontwikkeling.